Kampernoelies: zo werden paddenstoelen gemeenzaam genoemd in de 17de eeuw, ook door Frans van Sterbeeck (1630-1693), een Antwerpse pastoor met een uitgesproken botanische belangstelling. Zijn interesse voor paddenstoelen was gewekt door de mycologische geschriften van Carolus Clusius (1526-1609) en aangescherpt door het toenemende gebruik van campenoelien in de keuken. Dat resulteerde in dit encyclopedische overzichtswerk van alle bekende soorten, bijzonder fraai geïllustreerd door Peter. van Sickeleers met 349 burijngravures, zowel naar de natuur als naar aquarellen van Clusius. Van Sterbeeck vertelt breedvoerig over zijn eigen waarnemingen en waarschuwt met concrete verhalen voor giftige paddenstoelen ofte quaede fungi.
See on www.flandrica.be